In Maleisië vind je prachtige natuurgebieden en natuurparken. Een lust voor het oog van elke natuurliefhebber of fotograaf. Bijna geheel Maleisië is bedekt met tropisch regenwoud. Ongeveer vier vijfde van het landoppervlak. De flora en fauna is zo divers door de tropische omstandigheden en de uitgestrekte regenwouden dat het bijna onmogelijk is om alles op te noemen.
Maleisië heeft een enorme rijke vegetatie. Het is zo afwisselend, dat je je niet hoeft te vervelen. In het regenwoud vind je zoetwater-moerasbossen met mangroven. En bij de kustgebieden staan veel nipapalmen die ontstaan zijn door aanslibbing. In heuvelachtige en rotsachtige gebieden kom je heide- en bergbossen tegen. Borneo is hier een goed voorbeeld van. In Sarawak en Sabah zijn wel kleurrijke bloemen als wilde orchideeën. Deze zijn alleen niet zo makkelijk te zien.
Het tropisch regenwoud van Maleisië telt enorm veel bomen en planten en bomen. Deze zijn overal in het land te vinden. In de stad wandel je gerust langs struiken met felgekleurde bloemen. De meest indrukwekkende plant is de Rafflesia. Deze enorme bloem is de grootste ter wereld en komt op zowel het vasteland als Borneo voor. Je moet wel diep de jungle in om ze te kunnen zien. Ondanks de stinkende geur, zijn ze zeker de moeite waard!
Fauna
Er zijn in Maleisië veel wilde dieren te vinden. Niet zo gek door de rijke vegetatie van het regenwoud. Zo heb je apen in allerlei soorten en maten. De vele vogels vliegen je nog net niet om de oren. Geniet van het 'orkest van de jungle'. Gezang van vogels, gekrijs van apen, cicaden en krekels die onophoudelijk tsirpen en zelfs zwijnen die grommen.
De grotere zoogdieren als olifanten, panters en tijgers zijn alleen diep in het oerwoud te vinden. Ze worden zelden gespot. Deze beesten hebben een enorm goed reukvermogen en kunnen mensen al van kilometers afstand ruiken en horen. In sommige natuurreservaten zijn speciale uitkijkposten geplaatst. Ga hier heen als het bijna donker is, dan heb je de meeste kans om ze in het wild te zien. De tijger is de trots van Maleisië. Het prachtige beest staat afgebeeld op het wapen van het land.
In Maleisië heb je wel veel kans om olifanten te zien. De Aziatische olifant is kleiner dan de Afrikaanse. Ze trekken rond in kuddes. De Maleisiërs zijn zelf wat minder blij met deze dieren, ze brengen grote schade toe aan hun fruitplantages.
Beschermde diersoorten van Maleisië zijn de Sumatraanse neushoorn en de tapir. De grootste omnivoor van het land is de Maleisische beer. De beer is echter niet het grootste beest van het land. Dit is de seladang. Dit enorme rund kan wel 1500 kg wegen.
Bij sommige dorpjes worden wel eens wilde katachtigen gespot. Heel af en toe ziet de bevolking een luipaard aan de rand van zo'n dorpje, maar vaker gaat het om de civetkat. Kleinere dieren die vaker worden gespot zijn apen, maar ook herten, vleermuizen en varkens.
Reptielen en amfibieën zijn ook niet vreemd in de wouden van Maleisië. Kikkers, krokodillen en schildpadden zijn er gelukkig nog in grote aantallen. Insecten, slangen en nog veel meer andere ongewervelde dieren vind je ook in de tropische gebieden.